
Clementines moeder moest naar een verpleeghuis
In een hoge flat in Amsterdam Buitenveldert zit Emma (87) voor het raam met de benen omhoog. Ze woont er sinds een half jaar. Een beetje tegen haar zin, want het is een verpleeghuis. Haar dochter Clementine (57) zit in een fauteuil ernaast. Op het tafeltje tussen hen in staat een glaasje water met een servetje erop. Als Emma moet hoesten haalt Clementine het servetje er af, en geeft het glaasje aan haar moeder. Na een slokje zet ze het weer terug zoals het stond. “Het is niet dat wij dat niet meer voor onze moeder wilden doen,” zegt Clementine. “Maar ze heeft meer nodig dan wij kunnen geven. Dan moet je soms toch haar wensen en gevoelens overrulen.”
Mantelzorg
Clementine gaf zo’n zes jaar mantelzorg aan haar moeder Emma (87). Dat begon toen Emma moeilijker kon lopen, steeds vaker verstijfde in een beweging. Parkinson. “Mijn moeder woonde alleen, in een huis met een trap. Ze had praktisch steeds meer hulp nodig, en kreeg door haar ziekte hallucinaties.”
Er is die nacht dat Emma mensen in haar kamer ziet, die een slang gooien onder haar dekbed
“Maar je kan er niet altijd voor je moeder zijn,” zegt Clementine. “Hoe graag je dat ook wilt. Soms belde ze me ’s morgens: ‘Schat, het lukt me niet om me aan te kleden. Kan je komen?’ Dat kon niet altijd, want ik heb ook afspraken. En dan zat zij verward alleen thuis.”
Je moeder overtuigen
Er is die nacht dat Emma mensen in haar kamer ziet, die een slang gooien onder haar dekbed. In paniek belt ze de politie. Daarna haar zoon. “Op een gegeven moment vrees je dat ze uit angst een keer de straat op rent, en gaat dwalen in de nacht. Het is een moeilijk proces geweest, om mijn moeder ervan te overtuigen dat een verpleeghuis beter zou zijn.”
Gevangen
Hoe voelt dit proces voor jou, Emma?
“Hard. Je hebt altijd alles zelf gedaan.” Als ze terugdenkt aan haar eerste maanden hier, toen Coronabeleid bezoek verbood en haar kinderen vanaf de parkeerplaats probeerden te zwaaien naar de zesde verdieping waar ze woont, snikt ze. “Het was net of ik in de gevangenis zat.”
Wat is hier het fijnst?
“De zusters.”
Zou je het zien zitten om terug te keren naar je oude huis?
“Niet meer.”
Voel je je gedwongen in je verhuizing?
“Een beetje wel, ja.”
Als Clementine de kamer van Emma verlaat, is die nog steeds een beetje verdrietig. Het is wrang, dat kinderen hun ouders niet altijd zelf kunnen geven wat nodig is. En wrang dat dit soms uitloopt op een beslissing die een ouder liever niet had genomen. “Maar ja,” zei Clementine. “Het overkomt je. Ons wordt niks gevraagd.”
In Eva 9 staat een artikel over de overgang van mantelzorg naar verpleeghuis. Nog geen abonnee? Klik hier voor meer informatie over een abonnement.
Lees ook: Maria is mantelzorger voor haar ouders