Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waarom Mozes pas op zijn tachtigste het volk uit Egypte mocht leiden

Hulde aan de laatbloeiers

Heb je weleens het idee dat je niet helemaal ‘leeft in je bestemming’? Je weet ongeveer welke talenten je van God hebt gekregen, maar toch voel je je nog niet op de plek waar je moet zijn. Je wacht tot een bepaalde kans, een ontdekking, een moment waarop je écht tot bloei komt. Kijk dan naar Mozes, de man die het volk Israël uit Egypte leidde. Hij heeft prachtig werk verzet – maar was al tachtig jaar toen hij daaraan kon beginnen.

Deel:

Mozes wordt geboren in Egypte in een Hebreeuws gezin. Omdat de farao alle pasgeboren Hebreeuwse jongetjes wil vermoorden, legt zijn moeder hem in een biezen mandje aan de oever van de Nijl. Mozes wordt gevonden door de dochter van de farao, die hem adopteert. Mozes groeit op als ‘prins van Egypte’ aan het hof van de farao. Maar als hij veertig jaar is, verandert zijn leven plotseling; hij ziet hoe een Egyptische man een Hebreeuwse slaaf mishandelt, en wordt zo kwaad dat hij de Egyptenaar doodslaat. Als dit bekend wordt bij de farao, vlucht Mozes naar het land Midian.

Rustig en overzichtelijk

Een nieuwe fase breekt aan: Mozes vestigt zich in Midian, trouwt daar en krijgt kinderen. Hij werkt als herder bij zijn schoonvader. Een rustig en overzichtelijk leven. Als hij op een dag bij de berg Horeb komt, wordt hij geroepen door God. Bij een brandende doornstruik krijgt hij de opdracht om de Israëlieten, die nu als slaven onderdrukt worden in Egypte, moet bevrijden en leiden naar het Beloofde Land Kanaän. Hij is dan tachtig jaar oud (!).

Bejaard

De bejaarde Mozes stapt naar de farao, samen met zijn broer Aäron. Je weet waarschijnlijk hoe het verder loopt: de farao weigert de Israëlieten vrij te laten, God grijpt in met tien plagen, uiteindelijk laat de farao het volk gaan – maar hij achtervolgt ze, tot hij en zijn leger worden bedolven onder de golven van de Rode Zee. Dan begint het dwalen door de woestijn, veertig jaar lang. Mozes leidt het volk, bidt voor ze als middelaar tussen hem en God en ontvangt de wetten. Uiteindelijk zal Mozes het land Kanaän zelf niet binnengaan en sterft hij op honderdtwintigjarige leeftijd.

Je slaat niet zomaar iemand dood

Het is niet zonder reden dat Mozes pas op zijn tachtigste werd geroepen door God. Hij groeide op in Egypte als prins aan het hof van de farao, waar hij vaardigheden opdeed over het leiden van een volk en leerde hoe het is om macht te hebben. Ook de tijd als herder in Midian is cruciaal geweest voor zijn ontwikkeling. Was hij in Egypte nog opvliegend – je slaat immers niet zomaar iemand dood –, veertig jaar later heeft hij kennelijk geleerd om nederig en afhankelijk te zijn. Hij vindt zichzelf in het begin namelijk niet bekwaam genoeg om Gods volk te leiden. Uiteindelijk doet hij het toch, omdat hij God aan zijn zijde heeft.

Wachten tot je tachtigste…?

Misschien vraag je je af wanneer die droombaan of die leuke man nu op je pad komt. Had je destijds maar voor iets anders gekozen, dan had je het nu vast verder geschopt. Had je maar meer geïnvesteerd in andere vrienden. Zat je maar in een andere commissie in de kerk… enzovoorts. Maar het verhaal van Mozes leert ons dat God met iedere fase in je leven een bedoeling heeft. Het vormt je, bereidt je voor op taken die je later te wachten staan. Of dat nu gaat om een betaalde baan, een taak in de kerk, de zorg voor mensen om je heen of iets anders waarin je Gods licht kunt uitstralen. Voor die bijzondere bestemming hoef je natuurlijk niet te wachten tot je tachtigste – misschien komt het morgen, volgend jaar, of ben je er nu al mee bezig.

‘De Heere zal voor u strijden, en ú moet stil zijn’ (Exodus 14:14). Vertrouw erop dat God je nooit verkeerd zal leiden. Je bent precies waar je moet zijn.

Geschreven door

Eline van Lindenberg

--:--